Instellingen voor multimediaberichten
U kunt de verbindingsinstellingen voor multimedia ontvangen als OTA-bericht van
de netwerkexploitant of serviceprovider. Zie
Dienst voor OTA-instellingen
op
pagina
34
voor meer informatie over het ontvangen van instellingen als OTA-
bericht (over-the-air).
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
88
De instellingen handmatig intoetsen
Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Berichten
,
Berichtinstellingen
en
Multimediaber.
Selecteer
•
Verz. berichten opslaan
. Selecteer
Ja
om op te geven dat verzonden
multimediaberichten moeten worden opgeslagen in de map
Verzonden items
.
Als u
Nee
selecteert, worden de verzonden berichten niet opgeslagen.
•
Afleveringsrapporten
om het netwerk te vragen om afleveringsrapporten van
uw berichten te verzenden (netwerkdienst).
•
Afbeelding verkleinen
om het beeldformaat te definiëren wanneer u de
afbeelding opneemt in het multimediabericht.
•
Standaard timing dia’s
om de standaardtijd te selecteren van dia’s voor
multimediaberichten.
•
Ontvangst multimedia toestaan
. Selecteer
Nee
,
Ja
of
In eigen netwerk
om de
multimediadienst te gebruiken. Als u
In eigen netwerk
selecteert, kunt u geen
multimediaberichten ontvangen wanneer u zich buiten het bereik van uw
eigen netwerk bevindt. De standaardinstelling is
In eigen netwerk
.
•
Inkomende multimediaberichten
. Selecteer
Ophalen
als nieuwe
multimediaberichten automatisch moeten worden opgehaald, of selecteer
Weigeren
als u geen multimediaberichten wilt ontvangen. Deze instelling
wordt niet weergegeven als de optie
Ontvangst multimedia toestaan
is
ingesteld op
Nee
.
Menufuncties
89
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
•
Instellingen verbinding
om de verbindingsinstellingen voor het ophalen van
multimediaberichten te definiëren. Selecteer eerst
Actieve
multimediainstellingen
en activeer de set waarin u de verbindingsinstellingen
wilt opslaan. Selecteer
Actieve multimediainst. bewerken
en wijzig de actieve
instellingen.
Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in.
Neem contact op met de netwerkexploitant of serviceprovider voor de
instellingen.
•
Naam set instellingen
. Toets een nieuwe naam in voor de verbindingset en
druk op
OK
.
•
Homepage
. Toets het homepage-adres van de gewenste serviceprovider in,
druk op
voor een punt en druk op
OK
.
•
Proxy’s
. Selecteer
Inschakelen
of
Uitschakelen
.
• Als u de proxy’s hebt ingeschakeld, kunt u de
Primaire proxy
en
Secundaire
proxy
selecteren en deze vervolgens bewerken.
•
Gegevensdrager
. Selecteer
GPRS
.
•
Instellingen drager
om de instellingen voor de geselecteerde drager te
definiëren.
•
GPRS-toegangspunt
. Toets de naam van het toegangspunt in om een
verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te brengen en druk op
OK
.
•
Verificatietype
. Selecteer
Beveiligd
of
Normaal
.
•
Gebruikersnaam
. Toets de gebruikersnaam in en druk op
OK
.
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.
90
•
Wachtwoord
. Toets het wachtwoord in en druk op
OK
.
•
Advertenties toestaan
. U kunt opgeven of u advertenties wilt ontvangen of
weigeren. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie
Ontvangst
multimedia toestaan
is ingesteld op
Nee
.